Pleidooi voor draadloze eenvoud
Ik reis graag met de trein. Je ziet het landschap aan je voorbijglijden en geniet – als een buitenstaander – van alles wat stilstaat en beweegt. Huizen, bomen, spelende kinderen, volkstuintjes… Je hebt de tijd om te lezen en zo nu en dan eens lekker weg te dromen. Ja, het is vandaag voluit genieten. De lente borrelt, eindelijk, na een lange, herfstige winter.
Het is zondagavond. Het wordt stilaan donker. Ik reis van de ene naar de andere kant van het land. In de coupé is het een voortdurend komen en gaan. Studenten zakken af naar Leuven, Brussel en Gent. Bijna iedereen heeft oortjes of een koptelefoon. Sommigen staren voor zich uit, anderen zijn druk in de weer met hun smartphone, spelen een game of kijken een film op hun tablet of laptop. Ben ik de enige die een boek leest? Het geluid van een mobiel apparaatje. Een bericht, per sms of e-mail. Even checken wie dat is.
De mensheid rondom mij heeft duidelijk geen tijd om zich te vervelen. Iedereen is bezig, verkokerd in z’n eigen wereld en tegelijk om het minste afgeleid. Het geluid van een mobiel apparaatje. Een bericht, per sms of e-mail. Even checken wie dat is. Mijn buurman schrikt op en reageert meteen. De hoogst persoonlijke, digitale parallelle wereld van Facebook, Twitter en andere digitale media reist met ons mee, want die is niet aan plaats of tijd gebonden. Online lijkt ons bestaan transparant en zijn we alom aanwezig. We willen dat niets ons ontgaat en aan onze aandacht ontsnapt, maar is het nu net niet de echte, tastbare wereld die ons ontgaat?
Buiten de kleurrijke, kruidige stem van een jonge, Afrikaanse vrouw die duidelijk moeite heeft om een gsm-oproep te beantwoorden, blijft het opmerkelijk stil in de wagon. Er worden geen gesprekken gevoerd. Ervaart niemand de ander als interessant? Tot een drietal oudere, heftig pratende dames opstapt.
Vorige week las ik in een magazine een artikel over Me, my Selfie and I. ‘Deze nieuwe drie-eenheid’, zo stelde de auteur kernachtig, ‘is volop bezig onze harten en geesten te veroveren’. Zou het echt zo erg zijn? Bovendien blijken we verslaafd te zijn aan allerlei sociale media. Dat stond onlangs in de krant. We zouden er stress van krijgen en er niet bepaald gelukkiger van worden. Maar hoe geraken we af van die ‘oprukkende kijk- en vergelijkcultuur’ die ons als in een ‘virtuele spiegel’ op de hielen zit?
Geen nood, Digital Detox biedt ongetwijfeld soelaas. Enkele tips. Wie genoeg heeft van het geblaat op Twitter, Facebook & co kan zich via de app Anti-social dagelijks tot acht uur van sociale media laten afsnijden. Voor een abonnement van een half jaar kost je dat wel 15 dollar. De app Freedom gaat zelfs drastischer te werk: voor ‘slechts 10 dollar’ word je acht uur lang ontkoppeld van al het digitale kabaal dat je leven binnendringt.
Niet enkel virtuele afschermtrucjes, ook heuse digitale detoxkuren in dure ‘black hole resorts’ zijn vandaag in opmars. Wat te denken van een luxetrip van zes uur in een donutvormige ‘blooncapsule’ in de ruimte? De toeristische dienst van de eilandengroep St-Vincent & The Grenadines promoot een zevendaagse trip naar twee paradijselijke privé-eilanden in de Caraïben. Draagbare telefoons of tablets zijn er op het strand verboden. Bij aankomst staan de gasten hun elektronische hebbedingen af; die gaan in de kluis in quarantaine. In de comfortabele hotelkamer is geen computer of televisie te bespeuren. In de plaats daarvan leert een life-coach de toeristen af te kicken van hun technologische afhankelijkheid en communicatie.
Steeds meer bedrijven verkopen letterlijk stilte
Dichter bij huis kun je voor een lagere prijs terecht in diverse stiltehuizen, een ‘stiltehoeve’ en overal te lande in vele leuke, vaak erg rustig gelegen b&b’s. Stilte- of onthaastingstoerisme is hot, zoiets als ‘wellness on command’.
Trendwatcher en journalist Nico Schoofs voorspelde het al enkele jaren terug: ‘Stilte is zo schaars dat ze veel geld opbrengt. Steeds meer bedrijven verkopen letterlijk stilte’. Dat klopt. Vandaag maken stille apparaten al een kwart van het topsegment van het Philips-aanbod uit. Hetzelfde geldt voor geluidsvriendelijke (vaat)wasmachines, grasmaaiers, scooters, auto’s… In Groot-Brittannië ijvert de Noise Abusement Society al tientallen jaren voor een stillere samenleving. Sinds begin 2012 kunnen huishoudspullen een ‘Quiet’-keurmerk krijgen. Ook de verkoop van op maat gemaakte oordopjes bloeit. Geen luxe, want uit recent Europees onderzoek blijkt dat zowat 20% van de jongeren tussen 18 en 25 gehoorproblemen heeft. Als grote schuldigen worden hoofdtelefoons en het teveel aan decibels in uitgaansgelegenheden aangewezen.
Offline zijn mijn aandacht en concentratie scherper
Ik heb geen digitale protheses en oortjes, geen apps, geen getwitter. Ik netwerk niet via Linkedln. Op Facebook word ik niet geliket. De vrienden die ik heb, bel ik gewoon en gelukkig zie ik hen af en toe. Beroepshalve gebruik ik e-mail, privé doe ik dat bedachtzaam en discreet. Zo nu en dan skypen doe ik wel, voor contact met wie wat verder woont. Mijn internetprofiel is zo goed als onbestaande en wordt zeker niet door mij gevoed. Ik krijg er veel voor in de plaats. Offline zijn mijn aandacht en concentratie scherper.
Ik ben me graag bewust van tijd en ruimte. Daarom houd ik ook van oude, trage wegen. Weg van het snelle verkeer en het oorverdovende geraas van auto’s en vrachtwagens. Op spitsuren kom je er nog vooruit en soms op tijd. Dus wandel of fiets ik zo vaak ik kan. Op het ritme van de eigen adem en voeten. Er is meer speelruimte om wat langer bij iets stil te staan of over iets of iemand – desnoods mezelf – na te denken. En ik vind het ook leuk om iets dat ik niet weet in een boek op te zoeken, en om één op één, face to face, met iemand te praten.
De meeste studenten en reizigers zijn intussen uitgestapt. De wagon is bijna leeg. Nog even en ik ben ter bestemming. Mijn boek, De vliegenval van de Zweedse bioloog en kunstcriticus Fredrik Sjöberg, is uit.
Ik kreeg het onlangs van een vriend. Het is een openhartig, scherpzinnig pleidooi voor ‘verdieping, traagheid en het recht om een omweg te nemen in een tijd van effectiviteit en doelgerichtheid’, zo staat er op de binnenflap te lezen. Het gaat over zelfkennis, waarachtig leven, hartstocht, geluk (en het gebrek eraan) en de kunst om zich, in deze tijd van oneindige mogelijkheden, te beperken. Zo’n boek verdient het om langzaam te worden gelezen.
Joris Capenberghs is cultuurhistoricus en antropoloog. Hij beweegt zich – als wandelaar, publicist, vertaler en curator – op het snijvlak van landschappen, erfgoed, artistieke expressie en natuurbeleving. Hij is o.a. docent bij Amarant, Vormingplus en Davidsfonds Academie. In 2018 vertaalde hij voor Waerbeke het boek Ode aan het wandelen van de Franse antropoloog David Le Breton.