Stilte is van niemand en voor iedereen
De twee minuten stilte op de Dodenherdenking begin mei zijn ‘heilig’ voor de Nederlanders. Maar actievoerders dreigden in 2018 met veel lawaai, om aandacht te vragen voor de slachtoffers van de Nederlandse kolonisatie.
Er kwam in Nederland een rechter aan te pas om de twee stille minuten tijdens de Dodenherdenking op 4 mei 2018 te vrijwaren. De avond van 4 mei is bijzonder; dan worden de Nederlandse slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog en andere conflicten herdacht. Dat gebeurt al meer dan 70 jaar volgens een strak scenario, in aanwezigheid van het koningspaar. Nadat de klok van de Nieuwe Kerk acht keer heeft geslagen volgen twee volle minuten indrukwekkende stilte op de volgepakte Dam in Amsterdam.
Het actiecomité ‘Geen 4 mei voor mij’ heeft daar bezwaren tegen; de tegenstanders noemen de plechtigheid hypocriet en racistisch. De slachtoffers van het Nederlandse leger na de bevrijding in Nederlands-Indië (toen nog een Nederlandse kolonie) worden namelijk niet herdacht.
‘Geen 4 mei voor mij’ wilde tijdens de stilte van de Dodenherdenking letterlijk kabaal maken. Of als het moest zelfs een luchtalarm laten afgaan, om in oorlogssfeer te blijven. Nou moe! De rechter verbood de actie; de tegenstanders zagen er uiteindelijk van af. Ze zijn wel tevreden dat ‘de beerput is geopend’ en het onderwerp nu op de kaart staat.
Er vallen gewichtige woorden over twee minuten stilte. De burgemeester van Amsterdam beschouwt de Dodenherdenking als een ‘heilig moment’, en het organisatiecomité wilde niet praten met de actievoerders “omdat die zich buiten het maatschappelijk debat plaatsen”. Opnieuw: nou moe!
De Dodenherdenking lijkt het volgende heilige huisje waarvan onverlaten de ruiten ingooien. Links en rechts vliegen elkaar weer eens een keer naar de strot met termen als politiek correct, lange tenen, geschiedvervalsing, traditie, cultuur, identiteit, koloniale erfenis, witte kramp… Ik hoor het koor aanzwellen als in een opera van Wagner. Of is dat de Koningin Elisabethwedstrijd voor zang?
Stilte, ruimte en tijd delen heeft grote verbindende betekenis
Mij treft vooral hoe stilte en lawaai opgeëist kunnen worden. Een minuut stilte kennen we als een gedeeld moment van respect. Op een openbare plek samen stil zijn en stil staan betekent wel wat. Na de aanslagen van 22 maart in Brussel en Zaventem, na àlle aanslagen, zie je mensen geschokt en bouche bée samentroepen op de plaats des onheils, om een bloem neer te leggen, een kaars te branden.
Helaas moet er nog al te vaak eerst iets heel ergs gebeuren. Een mooi voorbeeld van positieve stilte zijn de publieke sit-ins van ‘Silence for Peace’ in Brussel, Antwerpen en andere steden (n.v.d.r. In de nasleep van de aanslagen in Brussel in 2016 vonden deze sit-ins enkele jaren na elkaar plaats en ook op diverse plekken in Vlaanderen). Zonder aanleiding, maar met des te meer betekenis: samen stilvallen in de wereld, verbinding zoeken en hopelijk ook uitstralen.
Het is goed als ook de overheid daar gelegenheid toe biedt. Zo’n ‘officiële’ stilte lijkt neutraal, als een soort seculier gebed. Maar het is een dubbeltje op zijn kant. Als ik onder de Menenpoort in Ieper de stilte hoor waarin de Last Post verdwijnt, dan beneemt me dat nog altijd de adem. Maar als ik mijn ogen opendoe en de vele militaire uniformen zie, dan snap ik ook waarom Unesco dit (nog) niet als (neutraal) Werelderfgoed erkent. Om de balans te herstellen ga ik steevast ook naar het Duitse Soldatenfriedhof in Vladslo, om stil te zijn in het gezelschap van de gebroken vader en moeder van Käthe Kollwitz.
Als de stilte politiek geclaimd wordt of zelfs heilig verklaard, dan is er weinig ruimte voor gefluister in de marge
De stilte van de Dodenherdenking in Amsterdam is wel erg geregisseerd, geritualiseerd en misschien ook gebetonneerd. Als het machthebbers zijn die beslissen wie, waar, wanneer en waarom stil moet zijn, dan komt er vroeg of laat een ogenblik waarop die stilte ter discussie staat.
Ik ben fan van stilte. In een (soort van) ideale definitie: stilte als vrijplaats om open te staan voor de buitenwereld en ruimte te scheppen om te reflecteren. Als ik dat samen met anderen kan beleven, des te beter. Hoe meer zielen, hoe meer stilte.
Maar ik ben me ook bewust van de problematische kant. Van Dale geeft bijvoorbeeld vooral negatieve definities van stilte: eigenschap van zonder beweging te zijn; toestand dat het niet of weinig waait, dat niemand geluid maakt, dat er niet gesproken wordt, afwezigheid van verkeer, vertier… Voor veel slachtoffers mag het net wat meer waaien, zeker als de stilte van bovenaf wordt opgelegd.
“Silence encourages the tormentor, never the tormented,” zei de nazi-jager Elie Wiesel, toen hij de Nobelprijs voor de Vrede kreeg. Je leest het in de woordenschat: slachtoffers worden monddood gemaakt, wandaden doodgezwegen, potjes gedekt. Als stilte onderdrukt, dan is spreken – of schreeuwen – natuurlijk bevrijdend: inspraak krijgen, gehoord worden, een stem hebben. Eindelijk! Me Too! In die zin zijn stilte en lawaai politiek. “Who gets to make a noise and who doesn’t, who gets their voice heard and who doesn’t, who gets to listen and who doesn’t is of crucial importance,” schrijft David Hendy in zijn boek ‘Noise’.
In Nederland wilde ‘Geen 4 mei voor mij’ lawaai maken tijdens een stille minuut, maar het kan ook omgekeerd. Tijdens de demonstraties in Turkije tegen de ontruiming van een centraal plein bleef eerst één choreograaf stil staan, en later vele anderen met hem. Een jaar nadat een storm over Pukkelpop raasde, vroeg zangeres Skunk Anansie om allemaal samen 20 seconden veel kabaal te maken, uit eerbied voor de slachtoffers.
Respect kan stil of luid zijn. Wat telt is de intentie en de aandacht. En dat is zeldzaam in de swipende wereld.
Hoe los je dat nu op in Nederland? Tja, tegelijk stil zijn en lawaai maken kan natuurlijk niet. Maar de lawaaimakers hebben wel een punt dat zelfs officiële stille minuten niet in stenen tafelen gebeiteld zijn. Discussie is goed, “de herrie brengt ons verder”, zegt Ilse Raaijmakers, die een boek publiceerde over de Dodenherdenking met de veelzeggende titel ‘De stilte en de storm’.
Wellicht is het tijd om herdenkingen te her-denken met nieuwe vormen en gedachten. Ik zou het fijn vinden als dat in stilte blijft gebeuren. Ik denk aan de vierdaagse tocht IJzer 2018 waarbij ik vorige maand een stukje meefietste. Dichters hielden letterlijk halt in de berm. Ze lazen eigen gedichten en verzen van 100 jaar geleden voor, zowel van Vlaamse frontsoldaten, Britse war poetsals van ‘den Duits’ of van een Indiase dichter. We vielen daar met z’n allen voortdurend stil in de Westhoek. En dat zal me nog lang heugen.
In mijn ideale wereld is stilte een vrijplaats, politiek niet te claimen, inclusief, een ruimte die de tegenstellingen overstijgt, niet verkaveld, van niemand en voor iedereen. You may say I’m a dreamer, but I’m not the only one.