Over het opzoeken van stilte
Dansen is bewegen. We bewegen allemaal. Heel de wereld beweegt, en dat is maar goed ook. Bewegen doet ons vooruitgaan. Maar het dansen en bewegen gaat alsmaar sneller, met steeds meer mensen en steeds meer lawaai: gonzende activiteit. Overal is er ruis. Overal is de ratrace gaande. Alles wordt op elkaar gedrukt. Drukte dus. En dus ook druk. Het lijkt ook of er altijd tijd te kort is. Heb je soms ook die indruk?
Stilte is een heel schaars goed geworden. Waar is het nog stil? Alles wordt van een soundtrack voorzien. Is stilte dan gevaarlijk? Vaak heb ik zelfs de indruk dat mensen niet meer met stilte om kunnen gaan. Waarom hunkert men zo naar vol? Waarom elk gaatje inkleuren? Mag het niet leeg? Is stilte dan zo ongemakkelijk? En als ze ongemakkelijk is, is dat dan geen teken dat er iets niet in evenwicht is? Als ik naar mijn eigen proces kijk, was stilte voor mij vroeger eerder iets ongemakkelijks. Ik huiverde ervoor om alleen te zijn. Juist door te oefenen in stilte, heb ik die voor mezelf leren accepteren en zelfs waarderen.